Elke verhuizing kent zo zijn uitdagingen.
Dit keer was het vooral de verzameling troep geweest waar we doorheen moesten.
Toch vond ik dat we niet mochten klagen. De meeste tijd konden we lekker door buffelen. Hoe luxe is dat?
Bij de vorige verhuizing was dat, met twee kleintjes van drie en één, net even anders. We zaten niet dik in de oppassen en mijn man stond fulltime voor de klas.
In de maand overlaptijd lukte het ons net het plafond van het nieuwe huis te schilderen. De rest zouden we wel doen als we er woonden. Het inpakken kreeg, logisch, voorrang.
Dat werd een sport op zich. De jongste had net ontdekt hoe interessant cadeautjes waren. Voor je met een allerlaatste item naar de verhuisdoos spurtte, lag de hele inhoud ervan al weer uitgepakt en verspreid over de grond.
Eenmaal verhuisd besloot mijn man, gedreven vanuit zijn onderwijshart, het anders aan te pakken.
‘Je kunt niet vroeg genoeg beginnen hen dingen te leren.’
Het leek een gouden greep.
Met z’n drietjes schuurden ze de deur. De twee kleintjes aan de ene kant, aangestuurd door mijn man vanaf de andere kant. Zo had ik ook mooi mijn handen vrij.
Een paar dagen later drukte mijn man de verfpot dicht en liet me vol trots de glanzend geschilderde deur zien. Zo deed je dat dus.
De euforie duurde precies tot dat ene onbewaakte moment.
‘Shit!’ riepen we tegelijk.
Te laat.
Met de tong uit haar mond trok de jongste, keurig zoals ze dat had geleerd, met schuurpapier mooie cirkels in de natte verf.